• No results found

De ambassade van Dobrynin, een Russische kijk op de Koude Oorlog

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2020

Share "De ambassade van Dobrynin, een Russische kijk op de Koude Oorlog"

Copied!
17
0
0

Loading.... (view fulltext now)

Full text

(1)

/HLGVFKULIWMDDUJDQJQXPPHUDSULO

HHQ5XVVLVFKHNLMNRSGH.RXGH2RUORJ

+HQN.HUQ

Diplomaten

heren met hoofdpijn maagkwalen en weinig tijd voor sexueel verkeer voegen het woord bij de onherstelbare daad het baat niet

en doet niemand schade

(Remco Campert)

:H QRZ NQRZ, zo stelt John Lewis Gaddis, de belangrijkste geschiedschrijver van de Koude Oorlog op dit moment, over de oorsprong en de uitkomst van het wereldwijde conflict tussen Oost en West.1 Zijn zelfverzekerde claim is tekenend voor het triomfalisme waartoe het einde van de Koude Oorlog aanleiding gaf, ook onder een aantal historici. In de afgelopen tien jaar is er een hausse aan nieuwe historische werken verschenen op basis van onderzoek in archieven, memoires en andere documenten die voorheen buiten beschouwing gebleven waren. Vernieuwend onderzoek werd verricht in Amerika en nu ook voor het eerst in relatieve openheid in Rusland, China en Oost-Europa. Gaddis beoogt een synthese van dit werk te geven en is daar wonderwel in geslaagd. Zijn boek is zelfs bestempeld als een ‘master narrative’ dat naar alle waarschijnlijkheid op zijn terrein de parameters zal bepalen voor een hele generatie van wetenschappers.2

De door hem beschreven ‘QHZ Cold War history’ heeft – in tegenstelling tot de ‘oude’ orthodoxe, revisionistische en postrevisionistische stromingen – kunnen profiteren van twee omstandigheden: ten eerste dat na 1991 de afloop van het gebeuren vast lag en ten tweede dat het verhaal van de

1 J.L. Gaddis, :HQRZNQRZ5HWKLQNLQJ&ROG:DUKLVWRU\ (Oxford 1997).

2 M.P. Leffler, ‘Review essay. The Cold War: What do “we now know”?’ , $PHULFDQ

(2)

andere kant bekend werd. De uiteindelijke nederlaag van de Russen en de voor hen pijnlijke onthullingen uit het Kremlin klinken dan ook sterk door in de conclusies van :HQRZNQRZ. Stalin krijgt vanwege zijn ziekelijke wantrouwen de hoofdverantwoordelijkheid voor het uitbreken van de Koude Oorlog: ‘it took one man in particular, responding predictably to his own authoritarian, paranoid, and narcissistic predisposition, to lock it into place… Did Stalin therefore seek a Cold War? The question is like asking: “does a fish seek water?” Suspicion, distrust, and an abiding cynicism were not only his preferred but necessary environment; he could not function apart from it.’3 Bovendien gedroeg hij zich niet simpelweg als de cynische en tegelijkertijd toch realistische machtspoliticus waarvoor hij lange tijd gehouden werd. Stalin bleek bezeten te zijn door een ‘emotionally based ideological romanticism’ , dat een diepe irrationele uitwerking had op het optreden van de Sovjetunie. Alleen vanuit de marxistische verheerlijking van revolutie was de agressie van Stalin en zijn opvolgers tegenover de voormalige bondgenoten goed te begrijpen, en werd het zelfbedrog waarmee zij de buitenwereld tegemoet traden en waardoor zij zich overal bedreigd voelden pas zichtbaar.4

De uitkomst van de hierdoor veroorzaakte krachtmeting met het Westen is volgens Gaddis in essentie beslist door de grotere vitaliteit en moraliteit van het democratische en kapitalistische systeem in vergelijking met het autoritaire en inhumane sovjetsysteem: ‘The rules of civil society implicit in democratic politics made the humanitarian treatment of defeated enemies seem natural to the Western allies… But thanks to Stalin and Hitler, Russian troops came out of a culture of brutality with few parallels in modern history. Having been brutalized themselves, it did not occur to many of them that there was anything wrong with brutalizing others… In this instance, than, civility on one side and its absence on the other played an enormous role in shaping the course of events.’5 Terwijl de Amerikanen, geconditioneerd als zij waren door hun gewoonten en geschiedenis, na 1945 een ‘democratisch rijk’ van onderhandeling, samenwerking en creatieve spontaniteit organiseerden, legden de Russen hun gezag op aan anderen, beschouwden alle kritiek als verraad en vertrouwden uitsluitend op wapens en dwang. De Koude Oorlog werd daardoor

3 Gaddis, :HQRZNQRZ 25 en 292-294. 4 Ibidem, 290-291.

(3)

een ongelijke strijd om de wereldmacht; de ééndimensionale militaire macht aan de sovjetzijde tegenover de multidimensionale macht aan westerse zijde. ‘The Soviet Union collapsed, after all, with its arms and armed forces fully intact. Deficiencies in other kinds of power – economic, ideological, cultural, moral – caused the USSR to lose its superpower status, and we can now see that a slow but steady erosion in those non-military capabilities had been going on for some time… and the Soviet Union’ s slow descent into monodimensionality is what eventually killed it.’6

Rusland begon en Amerika won. Toch is het beeld dat uit de vele werken van de ‘new Cold War history’ naar voren komt iets minder eenduidig dan :HQRZNQRZ suggereert. Toegegeven, de auteur geeft zelf in zijn slotwoord aan dat historici zich behoren te blijven verbazen en dat verrassingen in het verschiet liggen. Maar ook terugkijkend op de werken van de ‘nieuwe historici’ is het reeds verrassend te zien hoe wijd de conclusies uiteenlopen, hoe veel aanvullende aspecten en factoren in het onderzoek betrokken worden, en hoe controversieel de Koude Oorlog nu nog steeds is.7 Het einde van de Koude Oorlog, bijvoorbeeld, is één van de belangrijkste discussiepunten tussen een conservatief georiënteerde ‘realistische school’ (waartoe ook Gaddis gerekend mag worden) die de nadruk legt op het doorslaggevende succes van de Amerikaanse SHDFHWKURXJKVWUHQJWK SROLF\, tegenover een linkser georiënteerde ‘neo-idealistische school’ , die meer belang hecht aan de sociale en mentale veranderingen in de Sovjetunie, de herinterpretatie van de leninistische ideologie en aan het groeiende streven van de leiders naar een vertrouwensrelatie met de tegenstander.8

Als gevolg van JODVQRVW zijn veel meer gegevens over de sovjetzijde bekend geworden, niet uitsluitend in de vorm van officiële en geheime diplomatieke documenten, maar evenzeer via ongecensureerde interviews, memoires en een uitgebreidere kennis van de institutionele en maatschappelijke achtergronden van het buitenlands beleid. Dit rijke bronnenmateriaal kwam ter

6 Ibidem, 283-284.

7 Voor een aantal inventarisaties zie: P.G. Boyle, ‘Review article. The Cold War revisited’ , -RXUQDORIFRQWHPSRUDU\KLVWRU\ 35/3 (2000) 479-489, M.P. Leffler, ‘Review essay. The Cold War: What do “we now know”?’ , $PHULFDQ KLVWRULFDO UHYLHZ 104/1 (april 1999) 501-524, en W.D. Jackson, ‘Review article. Soviet behaviour in the Cold War’ , 7KHLQWHUQDWLRQDOKLVWRU\UHYLHZ 20/2 (juni 1998) 389-401.

(4)

beschikking aan de nieuwe historici, maar is door hen vooralsnog niet meer dan half verteerd. Niet dat er nog ‘grote geheimen’ verborgen zijn gebleven; in dat opzicht bleken de archieven vooral een gedetailleerde bevestiging te geven van dat wat op grond van openbare gegevens allang vermoed werd. De grootste verrassing is volgens één van de westerse pionieronderzoekers in het Russisch Presidentieel Archief ‘that there are no surprises’ .9 Maar wel is het zo dat de enorme variëteit en complexiteit van informatie uit de Sovjetunie een reductionalistische interpretatie van haar aandeel in de Koude Oorlog zoals die in de ‘oude’ geschiedschrijving overheerste - en zoals die opnieuw in de ‘nieuwe’ geschiedschrijving hier en daar opduikt - uitsluit. Ook het HYLOHPSLUH had een URXQGFKDUDFWHU.

Zo beschrijven de jonge Russische historici Vladislav Zubok en Konstantin Plesjakov op grond van origineel en onbevangen bronnenonderzoek hoe Stalin niet uitsluitend voortgedreven werd door irrationele achterdocht en revolutiedrang maar zich ook heel behoedzaam en rationeel kon opstellen in de internationale arena. Deze twee gezichten van Stalin, en daarmee van de Sovjetunie in de Koude Oorlog, verklaren zij vanuit het wereldbeeld van de sovjetleiders - het door hen zo genoemde revolutionair-imperialistische paradigma - ‘guided by the two misleading suns of empire and revolution’ .10 Daarmee wordt bedoeld dat de erfenis van het Russische tsarenrijk met zijn missie tot multinationale grootheid en christelijk-morele zuiverheid versmolt met de communistische missie van de wereldrevolutie. Dit leverde bij Stalin en de zijnen een mengsel op van nu eens opportunistische geopolitiek, dan weer ideologische zendingsdrang. Met deze interpretatie proberen de auteurs greep te krijgen op de tegenstrijdigheden in het sovjetoptreden tijdens de Koude Oorlog. De ideologie was volgens hen noch de meester noch de dienaar van het buitenlands beleid. Zij was eerder het ‘delirium tremens’ van de leiders. En ongeacht Stalins wrede en heerszuchtige reputatie bleek hij niet bereid risico’ s te nemen voor een ongebreidelde eenzijdige expansie. Hij wilde liever conflict met het Westen vermijden en overwoog zelfs samenwerking, maar deed dat op zo’ n manier dat hij het Westen tegen zich in het harnas joeg. Door misrekening en overreactie stortte Stalin de Sovjetunie per ongeluk in de Koude Oorlog, niet

(5)

doelbewust vanwege een vermeend PDVWHU SODQ om de wereld te veroveren. Anders dan Gaddis concluderen Zubok en Plesjakov: ‘Thus, the Cold War was not his choice or his brainchild’ .11

Wat duidelijk wordt uit de discussie tussen de ‘nieuwe historici’ is dat niet de diplomatiek-militaire feiten de meest begeerde twistappel vormen. Het debat gaat in de eerste plaats over de achtergronden, belangen, motieven, overwegingen en denkwijzen die het handelen van de deelnemers aan de Koude Oorlog kunnen verklaren. Ideologie is na een tijdperk van pragmatische ‘realistische’ veronachtzaming als legitimering achteraf weer boven aan de agenda verschenen. Nu figureert zij echter niet in de beperkte zin van het woord als een verzameling dogmatische stelregels, maar in de bredere culturele zin van een :HOWDQVFKDXXQJ.12 Ideeën en waarnemingen in het ene kamp bepaalden voor een belangrijk deel de reacties en de opstelling tegenover het andere kamp. Hoe was die wisselwerking tussen het denken en het handelen in de Koude Oorlog? Teneinde daar achter te komen, kan de historicus proberen zich te verplaatsen in de geest van ‘de ander’ . Hoe keken de Russen aan tegen het conflict dat zij vijfenveertig jaar lang met de Amerikanen voerden? Eén Rus die het allemaal heeft meegemaakt, en die zelf middenin het knooppunt zat van de gedachte-uitwisseling tussen beide rivalen, was de ‘eeuwige’ sovjetambassadeur in Washington: Anatoli Dobrynin. Wat is zijn verhaal?

'H6WDOLQOLFKWLQJ

De memoires van Dobrynin, geschreven in Rusland met gebruikmaking van gesloten archieven en uitgegeven in 1995 in Amerika (!), vertellen het verhaal van zijn briljante carrière als topdiplomaat namens de Sovjetunie, en vertellen ook van het vaak vergeefse streven zijn land te dienen door een goede relatie te onderhouden met de Verenigde Staten. ‘If I had any grand purpose in life, it was the integration of my country into the family of nations as a respected and equal partner’ , schrijft hij terugkijkend op zijn leven.13 En hiermee verwoordt hij

11 Ibidem, 276-277.

12 Vergelijk Leffler, 511 en 519, en Jackson, 401.

13 A. Dobrynin, ,Q FRQILGHQFH 0RVFRZ¶V DPEDVVDGRU WR $PHULFD¶V VL[ &ROG :DU

(6)

meteen de diepste doelstelling van het poststalinistische leiderschap in de internationale politiek.

Dobrynin, geboren in 1919 nabij Moskou, zoon van een loodgieter in een fabriek en een ouvreuse in het 0DO\ 7HDWU – hij mocht in zijn jeugd alle toneelvoorstellingen in Moskou bezoeken – klom op tijdens het bewind van Jozef Stalin (1928-1953). In het laatste jaar van de Grote Vaderlandse Oorlog werd hij weggeplukt uit de Experimentele Vliegtuigfabriek nummer 115, waar hij na zijn technische opleiding aan het Luchtvaartinstituut sinds twee jaar als ontwerper werkte. ‘Er bestond de mening’ , zoals het heette, dat hij en vijftig andere technici hun studie moesten voortzetten aan de Hogere Diplomatenschool. Later werd bekend dat Stalin zich voorbereidde op de uitdagingen van de naoorlogse diplomatie en dringend behoefte had aan een nieuw kader. Er was toen een groot tekort aan geschoold personeel. Daarom koos hij voor de in de oorlogsindustrie nog aanwezige technici, en wellicht vooral omdat zulke mensen niet met de oude intellectuele garde verbonden waren. Hij liet hen selecteren op hun vermogen in de werksituatie goed om te gaan met de bedrijfsleiding aan de ene kant en met de werkers aan de andere kant. Wie ondanks de buitengewoon zware oorlogstoestand daarin slaagde, beschikte over de noodzakelijke kwaliteiten, zo redeneerde hij. Aanvankelijk tegen z’ n zin werd Dobrynin zodoende ingelijfd in de ‘Stalinlichting’ .14

Hij wist zich echter in dit nieuwe leven en werken onder de dreiging van de voor diens ondergeschikten zo onvoorspelbare Stalin uitstekend te redden. Hij werd lid van de Partij, leerde vreemde talen en tafelmanieren (wederom toneelspel), ontwikkelde zich als expert inzake de geschiedenis van de Amerikaanse diplomatie, sloeg zich door taaie jaren heen als klerk op het ministerie van Buitenlandse Zaken, en bouwde door zijn onmiskenbare professionaliteit en onvoorwaardelijke loyaliteit als assistent een vertrouwensband op met de onderminister, later minister (1957-1985) Andrej Gromyko, die voor de rest van zijn loopbaan garant zou staan. In 1952 kwam voor Dobrynin de doorbraak naar de felbegeerde buitendienst. ‘Let’ s send him as a counselor to our embassy in Washington. Our relations with the Americans are very bad, so let him try to improve them’ , zei de toenmalige minister Andrej Vysjinski half gekscherend, zo herinnert Dobrynin zich.15 Hij nam zijn taak

(7)

echter zeer serieus en ontpopte zich daar als de diplomaat met de langste staat van dienst in de Russische geschiedenis. Van 1952 tot 1955 verbleef hij als ambassaderaad in de VS en keerde er na twee jaar onderbreking in de Sovjetunie terug tussen 1957 en 1960 als afgevaardigde secretaris-generaal ‘voor bijzondere politieke zaken’ van de Verenigde Naties. Na nog eens twee jaar onderbreking werd hij in 1962 benoemd als de ambassadeur van de Sovjetunie in Washington. Daar bleef hij gestationeerd tot 1986, waarna Gorbatsjov hem terug liet komen naar Moskou om leiding te gaan geven aan de buitenlandafdeling van het Partijsecretariaat en vervolgens te dienen als zijn persoonlijk topadviseur, in welke functie hij, intussen gepensioneerd, tot 1992 zou volharden. Bij alle topontmoetingen tussen de successievelijke Amerikaanse presidenten en Russische partijleiders in de periode van 1955 tot 1990 – twee onder Chroesjtsjov, drie onder Brezjnev en negen onder Gorbatsjov – was hij betrokken. Geleidelijk aan verwierf hij tijdens zijn loopbaan, dankzij zijn solide vakmanschap, steeds meer het vertrouwen van zijn superieuren. Hij mocht het ministerie passeren en rechtstreeks rapporteren aan het politbureau en een enkele keer zelfs persoonlijk aanwezig zijn bij veraderingen over de betrekkingen tussen Oost en West. Men stond hem zelfs toe – geheel tegen de strikte mores voor sovjetdiplomaten in – om eigen initiatieven te ontplooien in de contacten met de Amerikanen. Hij wist immers hoe je het beste met hen kon omgaan terwijl de leiders in het Kremlin zich op dit terrein toch wat onzeker voelden. Dit alles bij elkaar genomen maakte van Dobrynin een unieke ooggetuige en tegelijk ook medespeler in het drama van de Koude Oorlog.

(8)

versterkt door de onbuigzaamheid in de houding van de Amerikanen. Na de dood van de dictator in 1953 raakten zijn opvolgers in twijfel over de te volgen lijn. ‘Unfortunately a distorted image of our adversary and its intensions was the most lasting legacy Stalin left for his successors.’ 16

In de jaren daarop nam de nieuwe en onstuimige partijleider Nikita Chroesjtsjov (1953-1964) het voortouw in het buitenlands beleid van de Sovjetunie geleidelijk over van de oerdogmatische stalinist Vjatsjeslav Molotov, de minister van Buitenlandse Zaken (1953-1956). De wapenstilstand in Korea, de terugtrekking van de Fransen uit Indochina en ten slotte in 1955 het verdrag over Oostenrijk wezen in de richting van een algehele verbetering van de relatie met de VS. In Genève vond tien jaar na Jalta en Potsdam de eerste topontmoeting plaats tussen de twee voormalige bondgenoten in de Tweede Wereldoorlog. Maar, zo luidt het opvallende en van het gangbare beeld afwijkende oordeel van Dobrynin over de zogenaamde Dooi: ‘Krushchev did not bring any new conception of foreign policy, although he was open to new ideas and from time to time improvised impulsively in the field.’17 De stijl en toon van sovjetdiplomatie veranderden, niet de wezenlijke inhoud. Chroesjtsjov verlangde naar snelle en spectaculaire successen en was serieus geïnteresseerd in het vredesproces, zonder echter stil te staan bij de wijze waarop hij dit kon bereiken en wat dat voor zijn land zou betekenen. Zijn neiging tot bluffen en zijn opvliegende humeur waren overgoten met de ideologie, wat de vaak heftige discussies met de Amerikanen er niet gemakkelijker op maakten. De eerste top eindigde zonder concrete resultaten in vriendelijke glimlachen en een ijle ‘geest van Genève’ . En thuis vertelde Chroesjtsjov zijn collega’ s in het Politbureau (toen ‘Presidium’ geheten) dat hij niet kon beoordelen of president Eisenhower een goede president was – dat moesten de Amerikanen zelf maar bepalen – maar dat hij als vader en grootvader met alle plezier het toezicht over zijn kinderen op een school of dagverblijf aan hem zou toevertrouwen. ‘But such camaraderie was not sufficient to crack the central issue of arms control, which during the whole of postwar history represented the core of Soviet-American relations,’ voegt Dobrynin hier wat zuur aan toe.18

(9)

Deze opmerking van Dobrynin is een dooddoener maar tegelijkertijd ook onthullend voor de houding van de Russen in hun conflict met de Amerikanen. Wapenbeheersing, en daarmee het vermijden van een militaire confrontatie, had de prioriteit boven alles. Terwijl de VS telkens eerst politieke overeenstemming als voorwaarde leek te stellen voor wapenbeheersing, zocht de Sovjetunie van meet af aan eerst naar garanties voor haar militaire veiligheid. Dat was al zo bij Stalin, die ondanks het uitgangspunt van de eens onvermijdelijke krachtmeting met het Westen al zijn ‘agressieve’ maatregelen nam uit vrees voor een confrontatie en om zichzelf daartegen te beveiligen. Dit gold nog sterker voor zijn opvolgers, voor wie de eigen veiligheid steeds meer opgevat werd als het vermijden van het conflict met de VS. In de ogen van de Russen waren de Amerikanen sinds het begin van de FRQWDLQPHQWpolitiek vastbesloten tot een wereldwijde confrontatie met het socialisme en dat maakte hen zeer ongerust. Zelfs de roekeloze acties van Chroesjtsjov, die tot ernstige internationale crises zouden leiden over Berlijn en Cuba, waren niet bedoeld als de aanzet tot de uitvoering van een revolutionair PDVWHU SODQ tegen het kapitalisme maar vormden een uit de hand gelopen – en volgens Dobrynin ondeskundige – pressiepolitiek om met de VS tot een vergelijk te komen over de Duitse kwestie en het nucleaire wapenevenwicht, de focus van de Russische veiligheidsobsessie.19 Typerend is in dit verband de opdracht waarmee Chroesjtsjov in het voorjaar van 1962 Dobrynin als ambassadeur naar Washington stuurde: ‘“resist temptation when provoked.” This led to a piece of advice that was rather unusual coming from him: “Don’ t ask for trouble.” He plainly told me that I should always bear in mind that war with the United States was inadmissible; this was above all.’20

+HWFRQILGHQWLDOFKDQQHO

In zijn nieuw verkregen hoedanigheid van hoogste sovjetafgezant in het Westen kon Dobrynin in het proces van de Koude Oorlog gedurende een kwart eeuw zijn eigen inbreng gaan ontplooien. Die bestond uit het opzetten en onderhouden

(10)

van het zogeheten FRQILGHQWLDOFKDQQHO, wat tevens het hoofdthema vormt van zijn boek ,Q FRQILGHQFH. Dobrynin legde zich toe op het openhouden van een persoonlijke en vertrouwelijke dialoog tussen Washington en Moskou, naast de officiële diplomatieke contacten en buiten de ministeriële bureaucratieën om. Hij onderhield nauw contact met de leiders in het Kremlin en knoopte ook vertrouwelijke connecties aan met topfunctionarissen uit het Witte Huis. ‘It provided the freedom of personal chemistry, which is an essential of diplomacy, and made it possible to explore uncharted diplomatic territory.’21 Via hem konden beide gremia politieke informatie, maar ook persoonlijke gezichtspunten en ideeën over de oplossing van lastige problemen uitwisselen op basis van vertrouwelijkheid en eerlijke ruil. ‘People do not invite you back if you just ask questions and do not tell them anything in return.’ Dobrynin voerde zijn confidentiële gesprekken tijdens privé-ontmoetingen buiten de ambassade en zonder de aanwezigheid van tolken, notulisten of stafmedewerkers. Hij nam de vrijheid om zowel substantiële informatie door te geven aan de Amerikanen als proefballonnetjes voor te stellen aan de Russen. Strikte geheimhouding was gegarandeerd en doelbewuste misleiding uitgesloten, want anders zou het kanaal voor beide partijen onbruikbaar worden. Aldus onderhield het Witte Huis via hem een rechtstreekse verbinding met het Kremlin, en omgekeerd vertrouwde het Kremlin op zijn oren en ogen in het Witte Huis. ‘All of this was part of the essential mechanism of what we came to call the confidential channel. Through it passed the principal efforts by Washington and Moscow to resolve the disputes of the Cold War.’22

Want dàt was het doel waartoe het FRQILGHQWLDOFKDQQHO door Dobrynin en zijn chef Gromyko ingezet werd: vermindering van de spanning en streven naar een vreedzaam vergelijk met de Verenigde Staten. Het eerste element had aanvankelijk de overhand in de confidentiële ontmoetingen met Robert Kennedy (broer en vertrouweling van de president) welke cruciaal waren in het vinden van een diplomatieke uitweg uit de Cubacrisis.23 Het tweede element kreeg de overhand in de jaren na de val van Chroesjtsjov onder het bewind van secretaris-generaal Leonid Brezjnev (1964-1982). De rode draad in het verhaal van Dobrynin – verspreid over de talloze documenten en fragmenten, anekdoten en

(11)

incidenten die hij de lezer opdist – is de opkomst en neergang van de GpWHQWH tussen de Verenigde Staten en de Sovjetunie gedurende deze periode, alsmede de sleutelrol die hierin gespeeld werd door zijn FRQILGHQWLDO FKDQQHO. De activiteit van dit kanaal bereikte een hoogtepunt in de unieke driehoeksrelatie met president Richard Nixon (1968-1974) en diens minister van Buitenlandse Zaken Henry Kissinger. Overeenkomsten over kwesties in Berlijn en in het Midden-Oosten, en over wat de Russen ‘peripheral issues’ noemden in Vietnam, voorbereidingen voor de wapenbeperkingsverdragen zoals SALT en de voorbesprekingen van de succesvolle topontmoetingen in 1972, ’ 73 en ’ 74, zij gingen allemaal eerst door het FRQILGHQWLDOFKDQQHO, waardoor beide partijen de handen vrij hadden een consensus op te bouwen tegenover de eigen haviken. Hoewel Dobrynin vermoedt dat Nixon en Kissinger niet uit waren op een werkelijke doorbraak in de Russisch-Amerikaanse relatie, noch op de beëindiging van de wapenwedloop, laat staan van de Koude Oorlog, kijkt hij met enige weemoed terug op de goede samenwerking met hen: ‘We were on many issues both opponents and partners in the preservation of peace.’24 En zo’ n vreedzame relatie met de VS was precies de missie die Dobrynin voor zichzelf en voor de sovjetdiplomatie in Amerika ten doel gesteld had.

Hij kreeg in dezen de zegen van Brezjnev. Minder innovatief maar ook minder impulsief dan zijn voorganger, prefereerde de nieuwe behoedzame consensusleider stabiele relaties en voorspelbaarheid. Hoewel honderd procent orthodox marxist-leninist, gaf hij weinig om ideologische kwesties in het buitenlands beleid en was hij meer geïnteresseerd in mooie uniformen, ceremonieel en show. Hij werd gefascineerd door Amerika en stond voor betere betrekkingen met de tegenstander. ‘What instructions do you need?’ gaf hij Dobrynin onveranderlijk te verstaan, ‘you know better than I how to deal with the Americans. Let there be peace; that’ s the main thing.’25 Volgens een intern memorandum van Gromyko voor het Politbureau uit 1967 luidde de toenmalige positie van de Sovjetunie: ‘On the whole, international tension does not suit the state interests of the Soviet Union and its friends… In conditions of detente it is easier to consolidate and broaden the positions of the Soviet Union in the world.’ In de immer aanwezige ideologische context van ‘de strijd tegen het

(12)

imperialisme’ bood aldus een goede relatie met de VS de grootste waarborg tegen een nucleaire wereldoorlog en tevens tegen gevaarlijke avonturen van bijvoorbeeld de Volksrepubliek China. Intussen kon de interne versterking van het socialisme en de steun aan de ‘socialistische vrienden’ gewoon voortgaan, zonder militaire risico’ s te nemen.26 De sovjetleiders bleven tot het einde van de jaren zeventig consequent vasthouden aan GpWHQWH en hadden zichzelf hiermee geïdentificeerd. Er bestond geen twijfel over de waarde van GpWHQWH. ‘To Moscow, it not only meant a decrease of tension between two powers but made the Soviet leaders feel that they had achieved the permanent and internationally acknowledged status of a superpower equal to the United States. They wanted this proces to be irreversible.’27 Wat de Sovjetunie betrof mocht de Koude Oorlog wel beëindigd worden. Maar zo eenvoudig bleek dat niet te zijn.

Beide partijen huldigden zeer verschillende opvattingen over wat GpWHQWH eigenlijk inhield en wat ervan verwacht mocht worden. Beide partijen hanteerden volgens Dobrynin bovendien een dubbele moraal waarbij zij de spelregels voor de ander niet van toepassing achtten op zichzelf.28 Na enkele jaren van enthousiaste samenwerking – met als climax het opgewekte topbezoek van Brezjnev aan Nixon in 1973 waar de secretaris-generaal als souvenirs een spiksplinternieuwe Lincoln Continental, een set cowboypistolen en een avondje doorzakken bij de president thuis aan overhield – zette de teleurstelling in. De Amerikanen wilden zich in de eerste plaats kunnen terugtrekken uit de oorlog in Vietnam. Zij hoopten door een akkoord met de Sovjetunie de politieke en sociale situatie in de rest van de wereld te kunnen bevriezen. Daarbij hadden de Amerikanen een veel te grote voorstelling van de greep die het Kremlin op de communistische regimes in de Derde Wereld kon uitoefenen. Maar, zoals Dobrynin herhaaldelijk memoreert, Hanoi ging z’ n eigen gang en de val van Zuid-Vietnam werd onvermijdelijk. Toen daarna nieuwe revolutionaire bewegingen de kop op bleven steken in Angola, Ethiopië, Somalië, Jemen en Afghanistan verloren de Amerikanen het vertrouwen in hun partner. Maar ook de Russen vergisten zich. Zij gingen er ten onrechte vanuit dat een akkoord met de VS los stond van hun beleid in de rest van de wereld. Voor hen stond een

26 Zie de memoranda van minister Gromyko voor het Politbureau, geciteerd in ibidem, 156-158, 184 en 640-643.

(13)

vreedzame en gelijkwaardige relatie met de VS voorop en zij meenden dat ook eindelijk bereikt te hebben met de ondertekening van de Helsinki-akkoorden (1975) waarin hun Europese invloedssfeer erkend werd. Zij bleven tegelijkertijd echter vastgebakken aan de ideologische broederplicht om het socialisme in Azië, Afrika en het Midden-Oosten te steunen bij de zogenaamde ‘internationale klassenstrijd’ . Regionale conflicten, volgens Dobrynin perifere kwesties van ondergeschikt belang in verhouding tot de relatie met Amerika, gooiden zo roet in het eten. De Russen werden vervolgens onaangenaam verrast door de felle kritiek op hen in de westerse media, door de onvoorziene acties van het Congres, zoals het Jackson-Vanik amendement (1973) dat economische samenwerking met de Sovjetunie verbond aan de voorwaarde van ongehinderde Joodse emigratie, en ten slotte door het beleid van president Jimmy Carter (1976-1980), die met zijn OLQNDJH tussen de verbetering van de binnenlandse mensenrechtensituatie in de Sovjetunie enerzijds en de verdere vooruitzichten op samenwerking met de VS anderzijds de leiders in het Kremlin woedend en wanhopig maakte.

Als gevolg van het groeiende wederzijdse wantrouwen vertroebelde ook het proces van wapenbeheersing. De twee militaire establishments zagen in elkaar de projectie van de eigen angsten en gingen zich vervolgens dienovereenkomstig gedragen. Beide kampen begonnen zich door middel van een nieuwe ronde in de wapenwedloop voor te bereiden op het ZRUVW FDVH VFHQDULR van een mogelijke nucleaire aanval van de tegenstander. Voor de Russen betekende de plaatsing van middenlangeafstandsraketten in Europa door de NAVO, teneinde het wapenevenwicht te herstellen (1978-1979), het echec van de GpWHQWH. Voor de Amerikanen was dat de invasie van Afghanistan door sovjettroepen, teneinde het wankelende communistische regime daar overeind te houden. Een fatale blunder volgens Dobrynin: ‘Gromyko underestimated the strength of the reaction and must have believed that the already hostile relations between Moscow and the Carter administration could hardly be made any worse by what they planned to do in Afghanistan.’29

(14)

'H5HDJDQSDUDGR[

Het kon nog veel erger. President Ronald Reagan (1980-1988) deed het FRQILGHQWLDO FKDQQHO op slot en startte een verbale kruistocht tegen het HYLO HPSLUH. ‘My fellow Americans, I am pleased to tell you today that I’ ve signed legislation that will outlaw Russia forever. We begin bombing in five minutes.’ Zo sprak Reagan op 11 augustus 1983 per ongeluk de natie toe in zijn wekelijkse radiopraatje tijdens het testen van de microfoon, niet wetende dat hij al in de lucht was. De Russen vonden dit geen leuk grapje en reageerden verontwaardigd. Dobrynin vatte de verspreking op als de duidelijkste aanwijzing voor Reagans karakter en diepe anticommunistische overtuiging.30 Toch vermoedt hij dat juist iemand als Reagan, met diens zeer persoonlijke en intuïtieve manier van politiek bedrijven, over de nodige openheid van geest beschikte om positief in te kunnen gaan op veranderingen aan de andere kant. Dat is wat hij noemt de ‘Reagan-paradox’ . Als Reagan tijdens zijn tweede termijn vastgehouden zou hebben aan de harde vijandige lijn, dan was Gorbatsjov niet in staat geweest de hervormingen en het ‘nieuwe denken’ door te voeren, stelt hij.31 Maar Reagan erkende dat het de nieuwe dynamische sovjetleider Michail Gorbatsjov (1985-1991) menens was met diens streven naar vrede en ontwapening, en bleek vanaf hun eerste ontmoeting op de top in Genève (1985), ondanks het hartgrondige meningsverschil over VWDUZDUV(SDI 1983), bereid een warme persoonlijke band met hem aan te gaan. Achter de schermen hebben volgens Dobrynin ook de ILUVWODGLHV Nancy en Raisa, beiden misschien wel de invloedrijkste raadgevers van de wereldleiders op dat moment, een steentje aan de goede sfeer bijgedragen. Reagans anticommunisme verhinderde hem in elk geval niet zich serieus toe te gaan leggen op iets waar tot nu toe geen van zijn voorgangers bereid toe geweest was; de beëindiging van de Koude Oorlog.

Met gemengde gevoelens kijkt Dobrynin terug op dit eindspel. De uitgangspunten van Gorbatsjov, het ‘nieuwe denken’ , getuigden volgens hem van gezond verstand en stemden ook overeen met de belangen van de Sovjetunie. Ten eerste was met militaire middelen een overwinning op het

30 Ibidem, 550.

(15)

imperialisme niet alleen onmogelijk, maar waren de kosten van deze middelen voor het socialisme zelfs schadelijk. Ten tweede kon de terugtrekking van Amerikaanse troepen uit Europa alleen gebeuren als ook de Russen dat deden.32 Jammer alleen, klaagt Dobrynin, dat hij bij het toepassen hiervan zo onvoorzichtig en overhaast te werk is gegaan. De conservatieve Britse premier Margaret Thatcher, notabene, heeft hem in 1987 al gewaarschuwd voor de mogelijk ontwrichtende gevolgen van zijn hervormingsbeleid. Maar Gorbatsjov sloeg haar advies lachend in de wind als de koudwatervrees van het imperialisme voor veranderingen. Jammer bovendien, dat Dobrynin zelf en andere professionals van de oude garde, zoals Gromyko, het veld moesten ruimen voor het steeds eigenmachtiger, los van de partijleiding, optredende duo van Gorbatsjov en zijn minister van Buitenlandse Zaken Eduard Sjevardnadze (1985-1990). ‘Able but inexperienced, impatient to reach agreement, but excessively self-assured and flattered by the media, Gorbachev and Shevardnadze were often outwitted en outplayed by their Western partners.’33

Dobrynin werd teruggeroepen naar Moskou en moest daar helpen met de SHUHVWURMND, in casu de omvorming van de buitenlandafdeling van het Partijapparaat. De ervaren diplomaat en gerespecteerde kenner van de VS voelde zich in zijn thuisland als een kat in een vreemd pakhuis, en slaagde er ondanks zijn loyale steun aan de nieuwe leiders niet in hun, noch zijn eigen kijk op de Oost-Westrelatie een institutionele inbedding te geven.34 Misschien hàd hij ook geen eigen visie, en was hij toch altijd vooral een brave, zij het ook inventieve uitvoerder van het sovjetbeleid gebleven. In zijn slotwoorden klinkt bovenal de totale verbijstering door over de koers van Gorbatsjov, over de onvoorziene veranderingen in het machtsevenwicht ten nadele van de Russen, en over de ineenstorting van het sovjetrijk. Hoe kon een in essentie rationele politiek tot zulke onvoorstelbare gevolgen leiden? Dobrynin kan het maar niet begrijpen.35 Maar dat is dan ook een ander verhaal; de Koude Oorlog was voorbij.

32 Ibidem, 570. 33 Ibidem, 627-628.

34 A. Brown, 7KH*RUEDFKHYIDFWRU (Oxford 1996) 219-220.

(16)

7RWEHVOXLW

:HQRZNQRZ? Misschien. In de eerste plaats zou men het verhaal van Dobrynin kunnen afdoen als de jammerklachten van de DSSDUDWVMLN wiens levenswerk in rook opging op het moment dat het voltooid werd. De vrede met de VS betekende tevens het einde van de Sovjetunie. In de tweede plaats kan men in het verhaal van Dobrynin een bevestiging lezen van een aantal van de voorlopige conclusies die door de nieuwe historici van de Koude Oorlog op grond van bronnenonderzoek in Rusland getrokken zijn: De door het Westen als zodanig ervaren agressie van de Sovjetunie was niet het uitvloeisel van een verborgen agenda voor de wereldheerschappij, maar was het gevolg van Moskous defensieve en reactieve tactieken. De leninistische ideologie was geen cynische propaganda of rechtvaardiging achteraf, maar speelde een belangrijke rol in de methodiek en argumentatie van het buitenlands beleid. Moskou was niet het centrum van een monolithisch communistisch blok, maar had voortdurend te kampen met invloeden en provocaties door leiders van de zusterstaten. Het buitenlands beleid van de Sovjetunie vormde geen helder en consistent geheel, maar bleek vaak gebrekkig gecoördineerd en droeg het nadrukkelijke stempel van de verschillende persoonlijkheden aan het bewind. Het resultaat was tegenstrijdig: ‘It was a state with leaders obsessed by national security who aspired to world revolution.’36 Dat weten we nu, en dat wisten we misschien ook al zonder Dobrynin.

Het meest opmerkelijke aspect van Dobrynins kijk op de Koude Oorlog schuilt daarom niet zozeer in de diplomatie als wel in de psychologie. Want in de derde, en vanuit historisch oogpunt doorslaggevende plaats is de ambassade van Dobrynin te beschouwen als de bemiddeling in een mislukte relatie. Zijn verhaal biedt inzicht in de geestestoestand van een imperium met een minderwaardigheidscomplex. De houding van de Russen tegenover de Amerikanen is QLHWde houding van de gezworen aartsvijand zoals die door

and major shortcomings and mistakes of the past eliminated in a carefully planned and evolutionary way, the Soviet Union, renewed, reformed, and oriented towards a new course of development, also would have ranked high among the democratic countries of the world.’ 638. Hier spreekt de technocratische communist van het Brezjnevtijdperk. 36 G. Roberts, 7KH6RYLHW8QLRQLQZRUOGSROLWLFV&RH[LVWHQFHUHYROXWLRQDQG&ROG:DU

(17)

Gaddis wordt voorgespiegeld. Zij is veeleer de houding van de afgewezen vriend en lelijke buurjongen die er zo graag bij had willen horen. We waren rivalen in onze visies op de toekomst, maar we waren partners in onze gedeelde verantwoordelijkheid voor de veiligheid van het leven op aarde, zo voelt Dobrynin het. ‘If only it had been possible then to build a sensible foundation of trust between our two nations, how much could have been done.’37 Samen hadden we de wereld kunnen regeren.

References

Related documents

We showed that the role of Chd1 in the organization of nucleosome arrays is critical specific- ally within the gene bodies of highly transcribed genes.. We also showed that

In this paper we introduce pre-generalized c*-open sets and pre-generalized c*-open maps in topological spaces and study their basic properties.. Section 2 deals with the

As high as 41 marketed dairy products, of both locally and internationally manufactured, were collected from local markets of Dhaka, Bangladesh in mid – 2013 and then analyzed using

BMI: body mass index; BSA: body surface area; CI: confidence intervals; EF: ejection fraction; IFG: impaired fasting glucose; IGT: impaired glucose toler- ance; KORA:

An implementation of face and fingerprint fusion using PCA based and hamming distance for calculating minutiae features in fingerprint is fused at matching score level .This paper

Volume 6, No 3, May 2015 (Special Issue) International Journal of Advanced Research in Computer Science RESEARCH PAPER Available Online at www ijarcs info © 2015 2019, IJARCS All

Prior to this research, anecdotal evidence suggested that this new and evolving collaborative approach to Aborigi- nal community mental health showed indications of pos- itive

BM-MSC bone marrow-derived mesenchymal stromal/stem cells, COMP cartilage oligomeric matrix protein, COL collagen, WJ-MSC Wharton ’ s jelly-derived mesenchymal stromal/stem